De legende van st. Cunera

Wanneer je in Rhenen komt, kan het je niet ontgaan hoeveel gebouwen en/of producten de naam van Cunera dragen. Van de bekende Cunerakerk, de Cuneraheuvel, Cunera-school tot onze Cunera-Glow. Alles wat wij Rhenenaren apart willen zetten, wordt naar de heilige Cunera vernoemd, maar wie was Cunera?

Kort samengevat;
Cunera is de beschermheilige van Rhenen. Ze ging op pelgrimstocht met 11.000 maagden naar Rome en op de terugweg naar York zouden zij zijn overvallen door Hunnen bij het beleg van Keulen. Alle 11.000 maagden zouden zijn vermoord, behalve Cunera. Zij werd gered door Koning Radboud en kwam zo aan zijn hof in Rhenen.
In Rhenen maakte ze zich geliefd door haar zorg aan de armen. De vrouw van Radboud werd hierdoor jaloers, en wurgden Cunera vervolgens met een wurgdoek. Zij begroef Cunera in een paardenstal, maar door de onrust van de paarden en kruis van kaarsen werd de misdaad ontdekt. Door koning Radboud zou zij zijn herbegraven bij de Cunera-heuvel.
Drie eeuwen later werd zij door Willibrord wederom herbegraven in de Cunera kerk en hij verklaarde haar tot heilige.


De (uitgebreide) legende van st. Cunera,
volgens G. v. Wijk, 2020.
Herschreven en aangepast door R.C.J. Schneiders, 2023


Aurelius, vader van Cunera.
Wij beginnen ons verhaal bij de vader van Cunera; prins Aurelius uit het koninkrijk York. Ondanks dat hij enig kind was, weerhield dat het hem niet om op kruistocht te gaan. Met een groot leger trok hij naar het heilige land. Hij werd echter gevangen genomen door de sultan van Babylon. De sultan wierp prins Aurelius in een donker en ondergrondse kerker. Waar hem een eenzame en roemloze hongerdood te wachten stond, ware het niet, dat de dochter van de sultan hem had opgemerkt. Dagelijks bracht zij hem eten en drinken. Het ontbeerde de prins hierdoor aan niks. Spoedig bloeide er een diepe band van liefde op tussen hen. Op voorwaarde dat zij christen zou worden, besloten zij samen te vluchten en terug te keren naar York. De vader van Aurelius de koning, kwam hun tegemoet. Hij hoorde hun verhaal en bracht alles in gereed voor de doop. Voortaan zou de dochter van de sultan door het leven gaan als ‘Florencia’.

In de stad woonde er ook een Jood, die bedreven was in de wetenschap der sterren en andere merkwaardige hemelverschijnselen. Toen hij Eurelius voorbij zag rijden, sprak hij tegen zijn vrouw dat Eurelius vader zou worden van een dochter die vele wonderen zou verrichten. De vrouw wilde deze voorspelling ook doen gelden op haar dochter en probeerde Eurelius te verleiden. Waarop zij ook de voorspelling met hem deelden.
Eurelius, bleef natuurlijk als goed christen trouw aan zijn vrouw, en niet veel later baarde zij een dochter; Cunera.


De legende van Cunera

In het jaar 337 n.Chr. ging Ursula, dochter van de koning van Engeland, samen met Cunera en nog negen andere maagden op pelgrimstocht naar Rome. Op de terugreis kwamen zij bij Keulen terecht. Keulen werd op dat moment belegerd door de Hunnen. De Hunnen overvielen de jonkvrouwen en sloegen ze vervolgens dood, alleen Cunera kon door een wonder ontkomen aan deze verschrikking. Zij werd verborgen door koning Radboud van Rhenen. Zo kwam zij met Radboud aan in het slot van Rhenen. Waar zij in vrede leefden.


Cunera diende iedereen gelijk. Rijk of arm, voor haar waren zij allen gelijk in de ogen van God. Zonder aanzien des persoon was zij daarom iedereen ter wille. Langzaam maar zeker veroverde ze hierdoor bij iedereen een warme plaats in het hart. Cunera bad en vaste veel. Als koningsdochter schroomde zij niet om in armoede te leven als goed christen. En wat overbleef van de maaltijd deelde zij uit aan de armen. 
Het vertrouwen van de koning groeide in haar. Hij gaf haar zelfs de sleutel van Rhenen en liet haar zaken regelen in zijn afwezigheid.

Maar de duivel pleegt allen te kwellen, die een trouw en godvrezend leven leiden. Wanneer er deugden zijn die hij niet kan uitroeren door list, dan zaait de kwade tweedracht en twist. Zo deed hij de liefde van de koningin in jaloezie en haat omslaan. Tot zij geen andere oplossing zag, dan dat Cunera moest verdwijnen.
Nee, Cunera moest dood!


En zo zou st. Cunera op 28 oktober 337 zijn vermoord in Rhenen. In de afwezigheid van koning Radboud werd Cunera gewurgd. Jaloezie en woede hadden zich meester gemaakt over de koningin. Ze besefte wat zij gedaan had en begroef het lichaam van Cunera in de paardenstal.

Toen de koning terugkwam van de jacht, stond Cunera niet meer op hem te wachten. De koningin loog dat ze was teruggekeerd naar York. Een opmerkelijk verhaal, waar de koning dan ook over twijfelde. De paarden wilden niet in de stal waar Cunera begraven lag, zij weigerden. Met de andere stal echter hadden de paarden geen probleem en gingen er rustig in.
Op de plek waar Cunera lag begraven verscheen vervolgens een kruis. Een knecht ging de koning halen en met een angstig voorgevoel liet de koning de plek uitgraven. Daar lag zijn beschermelinge, met de wurgdoek nog om haar hals.


De koningin werd gegeseld en buiten zinnen ontvluchtte zij het slot. Ze verscheurde haar kleren en trok haar haren uit. Op de derde dag kwam zij bij een berg, sprong naar beneden en brak haar nek. Haar kamermeisje, wat ook in het complot zat, werd als straf verbrand.

De heiligverklaring van Cunera
Na dood van Cunera zouden er verschillende wonderen zijn gebeurd op de plaats waar Cunera begraven lag. Kreupelen zouden weer kunnen lopen en blinden zouden weer kunnen zien. Waardoor er bij de bevolking van Rhenen een speciale band ontstond met Cunera. Een kleine drie á vierhonderd jaar na de dood van Cunera. Kwam Willibrord in Rhenen op doorreis, hij hoorde over haar legende. De Rhenenaren vroegen hem om haar uit de aarde te verheffen (Cunera heuvel) en een propere rustplaats te bieden. Na zijn terugreis zou Willibrord dit doen, hij was echter zo lang onderweg dat hij dit vergat.

Een hevige storm herinnerde hem zich aan zijn belofte en hij spoedde zich naar Rhenen. Hij groef Cunera op, die volgens de overlevering nog net zo mooi en gaaf was als bij haar overlijden net als haar wurgdoek. Onder het gezang van geestelijken droeg hij haar naar de kerk. De kerk werd omgedoopt tot de Cunerakerk.

Willibrord bepaalde tevens dat 28 oktober, haar feestdag zou worden en dat haar heiliging op 12 juni zou worden herdacht. En er werd bepaald dat je vanaf de Cunera Heuvel waar Cunera eerst lag begraven, altijd de Cunerakerk waar ze nu zou zijn begraven zou moeten kunnen zien.

Na deze tijd zouden de wonderen nog talrijk blijven waardoor er vele pelgrims naar Rhenen kwamen. Zo ontstond er een hele Cunera-verering, met een jaarlijkse paardenmarkt als hoogtepunt. Al deze pelgrims brachten natuurlijk ook geld in het laadje, waardoor de Cunerakerk uiteindelijk vele malen groter werd, dan wat middeleeuws Rhenen zelf kon bekostigen.

Historiciteit

Op de vraag of het verhaal van st. Cunera ook waar gebeurd is, die kans is vrij klein. Daarvoor heeft het (te) veel overeenkomsten met de mooie volksverhalen en legendes uit de veertiende eeuw. Zo zou koning Radboud zich hebben bekeerd tot het christendom na haar dood. Alleen is er geen koning Radboud bekend uit de vierde eeuw. Daarbij komen namen zoals Aurelius, koning Radboud en Ursula pas in een latere vorm naar voren. De bekende koning Radboud van de Friezen, leefde bijvoorbeeld in de periode van 670-719.

De bekendste legende over Cunera (en de verwante legende van Ursula) spreken zelfs over 11.000 maagden. Wat de grote had van een middeleeuws leger. Hoe zij dat logistiek voor elkaar kregen is dan ook een raadsel. De historische bewijzen die deze slachting van maagden zouden moeten ondersteunen ontbreken daarbij. 

Daarbij moet ik (R.C.J. Schneiders, theoloog) vermelden dat veel van de (middeleeuwse en katholieke) christelijke verhalen en legendes van heiligen, niet perse bedoeld waren om een realistisch beeld te geven van de geschiedenis. Zij waren vooral bedoeld om de gelovigen van toen te bemoedigen en te inspireren Christus te gaan/blijven volgen.

Wel is zo, dat dit verhaal in de middeleeuwen veel pelgrims heeft geïnspireerd om Rhenen te bezoeken.
En als trotse Rhenenaren, hopen wij natuurlijk dat dit jullie dan weer mag inspireren om ook Rhenen te komen bezoeken.